Een paar minuten nadat de voorzitter Henk Kroes van de Vereniging der Friesche Elfsteden de woorden “It giet oan” had uitgesproken (op 2 januari 1997 om 11.17) ging bij ons in Hoogvliet de telefoon, “jumme komme toch wel logeren niet, de bedden syn al opmaakt” (vrij vertaald naar het Harlingers), logeren bij oom Jan Teen en Tante Kittie. Een heerlijk weekend was het, 's avonds patat halen voor de kinderen en erwtensoep voor de rest, een centimeter dik ijs aan de binnenkant van het slaapkamerraam, een stapel dekens om onder te kruipen en voor dag en dauw het bed uit om de start van de 15e elfstedentocht te zien. En als oom Jan Teen in de buurt van Hoogvliet was, kwam hij langs met "afgekeurde" spekkies voor de kinderen. Fijne herinneringen.
Maar ook in Harlingen was Jan Teensma (Jan Teen) een graag gezien figuur. Een markante man, welbespraakt, die zich inzette voor welzijnsorganisaties, sport- en buurtverenigingen. Als lid van het comité lanenkaatsen, ceremoniemeester van feesten, partijen en andere bijeenkomsten, voorzitter van “Vrienden van F.C. Harlingen”, bestuurslid van het NVV, enz. enz. Met zijn prettige, en vooral ook herkenbare stem, trad hij veelal op als spreekstalmeester om geld bij elkaar praten voor een vereniging, goed doel, een evenement en wat dies meer zij. Vooral als omroeper bij het lanenkaatsen deed hij zich jaren gelden. En alles gepaard gaande met smeuïge verhalen, kwinkslagen en een keur aan moppen. Zo kunnen veel mensen in Harlingen Jan Teen zich voor de geest halen.
Egbert.
Reactie schrijven