Bijna elk jaar vierde ik de zomervakantie in Harlingen. Met mijn ouders, broer en zus “verhuisden” wij voor een paar weken naar de Jan Ruurdstraat, nummer 3, logeren bij “opoetje”.
Mijn verjaardag, 12 juli, werd gevierd met oranjekoek van bakker Bijlsma, met roze glazuur en creme versiering, de verjaardag van opoetje, 23 juli, werd gevierd in restaurant Neptunus. Kippensoep vooraf, Wienerschnitzels als hoofdgerecht en ijs toe. Heel onze Harlinger familie, oudooms, tantes, achternichten, aangetrouwden, kwam langs en at mee.
Bij opoetje ging je niet naar de WC, je ging naar ‘t huske, een ouderwetse poepton. En ‘s avonds werd het ‘t huske bezocht met zaklamp want ‘t huske had geen stromend water en geen elektriciteit. En de tonneman regelde tijdens onze aanwezigheid een extra tonnetje, er waren namelijk 5 extra leveranciers.
Zoals in heel Harlingen werd er bij opoetje tussen de middag warm gegeten, na het loeien van de sirene van de werf “Welgelegen”. En ‘s avonds, na het eten van een boterham met een beker dubbel gepasteuriseerde melk van Frico, bootjes kijken op de waddenpromenade, de bootjes van Doeksen, en dan, via de Noorderhaven (of via het Dok en de Nieuwe Willemshaven) terugwandelen naar de Jan Ruurdstraat.
Zwemmen deden we in de Waddenzee, bij de Stienen man. En dan ‘s middags douchen in het groene-kruisgebouw, want ja, opoetje had geen stromend water. Een regenwaterbak in de keuken en een put op het plaatsje buiten was de watervoorziening van Jan Ruurdstraat 3.
En zondags morgens wakker worden van het gebeier van de klokken van de Sint Michaëlkerk. Buiten spelen, met de kinderen van de familie Veltman, de buren van opoetje. En bij slecht weer spelen in het voorkamertje.
Deze zomers duurden wel tien weken, misschien wel twaalf.
Thans is Jan Ruurdstraat 3 een gemeentelijk monument en een particulier museum, ‘t Gouden Stoepke. Een bezoekje waard zou ik zo zeggen.
Egbert.
Reactie schrijven