In 1942 voer Evert Nauta (1903-1995) als 1e machinist op de S.S. Bintoehan van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij (KPM). De kapitein van de Bintoehan had op 27 februari 1942 de opdracht gekregen om van Tjilatjap (Ned.Indië) uit te wijken naar Australië om aan de oprukkende Japanners te ontkomen.
In de vroege morgen van 1 maart werd de Bintoehan verkend door een Japans vliegtuig, even later verscheen de Japanse torpedobootjager de Arashi die een waarschuwingsschot loste en met hoge vaart naderbij kwam.
De Kapitein gaf de order schip verlaten en gaf tevens de opdracht de buitenboordafsluiters in de machinekamer te openen om het schip te doen laten zinken. Nadat de sloepen te water waren gelaten, wierp de kapitein de scheepspapieren en geheime stukken in zee en ging aan boord van een sloep. Echter door een misverstand tussen de 1e en de 2e machinist waren de buitenboordafsluiters niet geopend.
De Japanse torpedobootjager Arashi kwam ondertussen langszij en dwong de kapitein van de Bintoehan aan boord te komen. De kapitein van de Bintoehan werd aan boord van de torpedobootjager verhoord en kreeg de opdracht om naar Bali te varen om de Bintoehan over te dragen aan de plaatselijke Japanse marinecommandant. De kapitein moest zweren deze opdracht uit te voeren, bij weigering zou de gehele bemanning van de Bintoehan worden gefusilleerd .
Na de belofte van de kapitein kreeg de bemanning van de Bintoehan instructies voor wat betreft de te varen koersen, de te voeren lichten enzovoorts. Tevens werd alle radio apparatuur onbruikbaar gemaakt zodat er geen contact gemaakt kon worden met de buitenwereld. Inmiddels was ook de Japanse vlag gehesen op de Bintoehan. De Japanners wilden de Bintoehan wegsturen zonder de reddingssloepen, echter naar enig onderhandelen mochten er twee sloepen, waaronder de motorsloep, aan boord blijven.
Op 3 maart kwam de zuidkust van Java in zicht, na een scheepsraad werd besloten het schip bij het invallen van de avond te verlaten en tot zinken te brengen. Toen het donker was en er geen andere schepen in de buurt bleken te zijn is de bemanning in de sloepen gegaan en zijn in de machinekamer de buitenboordkranen open gezet.
De Bintoehan is gezonken zo'n 70 mijl ten zuidoosten van het eiland Noesa Baroeng gelegen voor de kust van Java.
De volgende ochtend is de gehele bemanning behouden aan land gekomen ondanks het feit dat beide sloepen omsloegen in de branding.
Bronnen:
- Geschiedenis van de koopvaardij in de tweede wereldoorlog - K.W.L. Bezemer.
- Evert Nauta (1903-1995)